Strava app

Door Thijs Zonneveld

Het begon toen ik een appje downloadde, op aandringen van mijn broertje. Hij omschreef het als 'leuk en onschuldig'. Het principe is simpel: als je dat appje hebt gedownload kun je je trainingsritjes op de fiets uitlezen als je thuis bent, en ze vergelijken met anderen. Wie de snelste is op een bepaald stukje weg krijgt een digitale trofee - een King Of the Mountain (KOM) - uitgereikt. Het klinkt leuk en onschuldig, inderdaad.

Maar schijn bedriegt.

Strava is het begin van alle ellende. Sinds ik Strava heb kan ik niet meer rustig door de polder peddelen of stoppen om naar de eendjes te kijken. Ik kan niet langer op mijn allerkleinste versnellinkje tegen een duin aan kruipen of de tijd nemen om bij ieder pompstation een colaatje te halen. Ik moet dóór, altijd dóór. En harder. Harder. Nog harder. Ik fiets alsof de Strava op mijn hielen zit.

Open en bloot

Ieder ritje ziet er hetzelfde uit. Als ik op mijn fiets stap neem ik mezelf voor om die klote-Strava te laten voor wat het is, maar vijf kilometer verder rij ik al met hartslag op standje hyperventalitatie in het rond. Sneller moet ik, sneller.

Ik lijd, ik smijt, ik snotter en ik hijg.
Ik vloek, ik ros, ik martel en ik kots.

Want misschien win ik wel een KOM, of - erger nog - zien anderen open en bloot op internet dat er deze maand 214 sneller zijn geweest op het dijkje om de hoek. En als ik niet oppas zit daar wel een vrouw bij. Emancipatie is prima, maar niet als het aankomt op Strava. No focking way dat zo'n fietschick sneller is dan ik. Over mijn lijk.

Het is geen verrassing dat er doden vallen door Strava. In Amerika zijn er rechtszaken gevoerd tegen Strava door de families van verongelukte Strava-verslaafden. Die zaken zijn op niets uitgelopen. Strava is onaantastbaar. Niemand wint van hem.

Strava heeft zijn klauwen inmiddels in duizenden renners gezet. Van toeristen tot profs: iedereen bezwijkt. Laurens ten Dam, Marc de Maar, Taylor Phinney, André Greipel, Marijn de Vries, Ellen van Dijk, Marco Pinotti - er zijn zoveel slachtoffers. Ze rijden zichzelf en elkaar het snot voor ogen, iedere dag weer.

Angstgegner

Mijn angstgegner is Luca T. - de schuilnaam van Niki Terpstra. Luca T. bezit de meest prestigieuze KOM bij mij in de buurt: die op het Kopje van Bloemendaal. Ik heb mezelf binnenstebuiten en achterstevoren gekeerd, bloed en stukken slijm ophoestend, maar ik kom niet onder de 2:16 van Luca T.. Een marteling is het, fysiek en mentaal. Mijn aftakeling is zo vergevorderd dat ik overweeg digitale epo te nemen (je hebt het niet van mij), maar ik ben bang dat Strava erachter komt.

Gisteren reed ik op de dijk kilometers lang in het zog van een brommertje. Knetterhard ging het, en ik wist zeker dat ik de KOM ging pakken. Het voelde als lolly's van een kleuter afpakken, maar dat maakte me geen zak uit. Als ik Luca T. niet kon verslaan op het Kopje, dan maar ergens anders. En dan maar oneerlijk. Maar toen ik thuis kwam en mijn record wilde checken bleek dat al mijn files waren verwijderd door Strava.

Ik heb gehuild tot ik in slaap viel.