30-35
Wielerteam Rockanje
Door Thijs Zonneveld
Het begon toen ik een appje downloadde, op aandringen van mijn
broertje. Hij omschreef het als 'leuk en onschuldig'. Het
principe is simpel: als je dat appje hebt gedownload kun je je
trainingsritjes op de fiets uitlezen als je thuis bent, en ze
vergelijken met anderen. Wie de snelste is op een bepaald stukje
weg krijgt een digitale trofee - een King Of the Mountain (KOM)
- uitgereikt. Het klinkt leuk en onschuldig, inderdaad.
Maar schijn bedriegt.
Strava is het begin van alle ellende. Sinds ik Strava heb kan ik
niet meer rustig door de polder peddelen of stoppen om naar de
eendjes te kijken. Ik kan niet langer op mijn allerkleinste
versnellinkje tegen een duin aan kruipen of de tijd nemen om bij
ieder pompstation een colaatje te halen. Ik moet dóór, altijd
dóór. En harder. Harder. Nog harder. Ik fiets alsof de Strava op
mijn hielen zit.
Open en bloot
Ieder ritje ziet er hetzelfde uit. Als ik op mijn fiets stap
neem ik mezelf voor om die klote-Strava te laten voor wat het
is, maar vijf kilometer verder rij ik al met hartslag op standje
hyperventalitatie in het rond. Sneller moet ik, sneller.
Ik lijd, ik smijt, ik snotter en ik hijg.
Ik vloek, ik ros, ik martel en ik kots.
Want misschien win ik wel een KOM, of - erger nog - zien anderen
open en bloot op internet dat er deze maand 214 sneller zijn
geweest op het dijkje om de hoek. En als ik niet oppas zit daar
wel een vrouw bij. Emancipatie is prima, maar niet als het
aankomt op Strava. No focking way dat zo'n fietschick sneller is
dan ik. Over mijn lijk.
Het is geen verrassing dat er doden vallen door Strava. In
Amerika zijn er rechtszaken gevoerd tegen Strava door de
families van verongelukte Strava-verslaafden. Die zaken zijn op
niets uitgelopen. Strava is onaantastbaar. Niemand wint van hem.
Strava heeft zijn klauwen inmiddels in duizenden renners gezet.
Van toeristen tot profs: iedereen bezwijkt. Laurens ten Dam,
Marc de Maar, Taylor Phinney, André Greipel, Marijn de Vries,
Ellen van Dijk, Marco Pinotti - er zijn zoveel slachtoffers. Ze
rijden zichzelf en elkaar het snot voor ogen, iedere dag weer.
Angstgegner
Mijn angstgegner is Luca T. - de schuilnaam van Niki Terpstra.
Luca T. bezit de meest prestigieuze KOM bij mij in de buurt: die
op het Kopje van Bloemendaal. Ik heb mezelf binnenstebuiten en
achterstevoren gekeerd, bloed en stukken slijm ophoestend, maar
ik kom niet onder de 2:16 van Luca T.. Een marteling is het,
fysiek en mentaal. Mijn aftakeling is zo vergevorderd dat ik
overweeg digitale epo te nemen (je hebt het niet van mij), maar
ik ben bang dat Strava erachter komt.
Gisteren reed ik op de dijk kilometers lang in het zog van een
brommertje. Knetterhard ging het, en ik wist zeker dat ik de KOM
ging pakken. Het voelde als lolly's van een kleuter afpakken,
maar dat maakte me geen zak uit. Als ik Luca T. niet kon
verslaan op het Kopje, dan maar ergens anders. En dan maar
oneerlijk. Maar toen ik thuis kwam en mijn record wilde checken
bleek dat al mijn files waren verwijderd door Strava.
Ik heb gehuild tot ik in slaap viel.